152.5.2 Het maken van een index[//]

In AFO 152 kiest u voor Indexen en klikt u op het pictogram Nieuwe index. Een dialoogvenster verschijnt waarin u definieert hoe de index moet worden opgebouwd.

Geef de index een naam en verwoording; voer optioneel commentaar in.

 

Eigenschap

Omschrijving

Mechanisme set

Selecteer een mechanismeset die gebruikt moet worden voor het bouwen van deze index. See sectie 152.5.1 voor een toelichting.

Authority bestand(en)

Selecteer de database(s) waarop de index van toepassing is.

Zoek directorie

De namespace waarin de index staat die gebruikt wordt voor zoeken. Normailter de default (MASTER) namespace.

Update directorie

De namespace waarin de index gebouwd/herbouwd wordt. Normailter de default (MASTER) namespace.

Beschikbaar voor staf zoekscherm

Geef aan of deze index beschikbaar is voor zoekacties door het personeel (d.w.z. op het standaard zoektabblad in AFO 111, 211, 321, 421 enz.).

Combineren meerdere subvelden

Normaliter wordt er een aparte ingang aangemaakt voor elk gedefinieerd subveld. Als deze optie is aangevinkt, worden alle subvelden gecombineerd tot een enkele ingang.

Display Bladeren

Optioneel kunt u een Element/Groep profiel kiezen dat gebruikt wordt voor presentatie in de resultaatlijst. Dit kan bijv. handig zijn voor classificatie indexen..

Gebruikt voor bibliografische bestanden

Het is mogelijk één of meer bibliografische indexen te selecteren die deze database gebruiken. Normaliter zijn vooro bibliografische databases alleen bibliografische indexen beschikbaar. Met deze optie kunnen authority indexen ook beschikbaar worden gesteld.

Uitgezonderde relaties

Selectie van relatie-types die moeten worden uitgesloten bij de bouw van de index. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om een authority index te bouwen uitsluitend op auteurs die als onderwerp gebruikt worden (deze hebben een ander soort relatie-type dan auteurs die als hoofdauteur gebruikt worden).

 

Let op:

Een nieuw gedefinieerde index wordt niet automatisch gevuld bij het definiëren ervan. Dat gebeurt pas als u nieuwe records maakt of importeert, of als u bestaande records oproept in de editor van AFO 113 en weer bewaart. Een optie om een gehele herindexering uit te voeren vindt u in AFO 158.

Indexen zijn beschikbaar in de V-smart client wanneer de parameter “Beschikbaar voor staf zoekscherm” is aangevinkt. Voor de WebOPAC kunt u apart aangeven of een index beschikbaar is (via de WebOPAC preferences). Dit stelt u in staat verschillende indexen aan te bieden voor personeel en publiek.

152.5.3 Stopwoordenlijsten[//]

Stopwoorden zijn woorden die niet worden geïndexeerd. Tevens worden deze woorden genegeerd wanneer ze worden ingevoerd als onderdeel van een zoekterm.

Stopwoorden kunnen per taal ingesteld worden, aangezien wat in de ene taal een lidwoord is (Frans: “la”) in de andere taal een zelfstandig naamwoord kan zijn (Nederlands: “la”).

In het Smart formaat controleert het systeem de inhoud van tag 101 om de taal van de publicatie te bepalen. In het MARC21 formaat is dit afhankelijk van de setup van de restrictie index voor taal. Normaliter controleert het systeem eerst het taalveld in tag 008 en daarna tag 041.

Let op

De optie “Niet sorteren” heeft geen functie meer.

Als een stopwoordenlijst eenmaal gedefinieerd is, kan deze geassocieerd worden met een mechanisme set.

152.5.4 Referentielijsten[//]

Referentielijsten worden gebruikt bij de automatische aanmaak van indextermen (bijv. voor auteursnamen met voorvoegsels zoals van den broek, 't hart, de la fontaine). De ingangen in deze lijsten zorgen er voor dat er additionele ingangen in de index zijn.

In feite zijn referentielijsten dus het tegenovergestelde van stopwoordenlijsten. Maar:
Wanneer er een algemene stopwoordenlijst is waarop het Franse lidwoord "LA" voorkomt, dan zorgt dit er voor dat deze term wordt genegeerd bij het indexeren en zoeken naar 'la maison'. Wanneer er ook een referentielijst voor auteursnamen is waarop ook het Franse lidwoord "LA" voorkomt, dan betekent dit dat u kunt zoeken op de auteur "la fontaine". en deze als gehele term vinden.

Deze zijn ook taalafhankelijk (zie hierboven bij stopwoordenlijsten voor een uitleg).

Als een referentielijst eenmaal gedefinieerd is, kan deze geassocieerd worden met een mechanisme set.

152.5.5 Karakterlijsten[//]

In karakterlijsten kunt u een lijst met karakters definiëren die gebruikt kan worden als onderdeel van een mechanisme set (zie hierboven). Wanneer u de mechanisme lijst ReplaceCharacter gebruikt, dan worden alle karakters gedefinieerd in de lijst vervangen door een spatie. Wanneer u de mechanisme lijst RemoveCharacter gebruikt, dan worden alle karakters gedefinieerd in de lijst verwijderd uit de te indexeren string.

152.6 Relaties[//]

Het vierde onderdeel van AFO 152 is Relaties. Een relatie is de koppeling die u kunt aanbrengen tussen een bepaald authorityrecord in de database en een bepaald ander record in dezelfde database.

In tegenstelling tot bibliografische titels is er voor authorities een kleinere set met relaties mogelijk. Het gaat bij het smart formaat voornamelijk om de zie, zie ook en zie vanaf verwijzigen:

Relaties worden altijd twee kanten uit gelegd. Als u bij een term een relatie legt naar een andere term, dan wordt de relatie ook automatisch bij de tweede term verzorgd.

Fietsen zie ook rijwielen: beide termen mogen worden toegekend, als u deze relatie legt bij fietsen, wordt bij rijwielen een zie ook verwijzing naar fietsen gelegd.

Rijwielen zie fietsen: fietsen moet worden gebruikt, wanneer u deze relatie bij rijwielen aanmaakt wordt bij fietsen een zie vanaf verwijzing naar rijwielen gelegd.

Fietsen zie vanaf rijwielen: fietsen moet worden gebruikt, wanneer u deze relatie bij fietsen aanmaakt wordt bij rijwielen een zie verwijzing naar fietsen gelegd.


·                     Document control - Change History

 

Version

Date

Change description

Author

1.0

May 2008

creation

 

2.0

April 2010

new options for indexes; general overhaul
part of 2.0.06 updates